Politici, ga impactdenken!

Jacqueline Scheidsbach

Daar zaten we dan weer, als samenleving, overstelpt door de media-aandacht over de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening. Reconstrueren en geschiedschrijven …en met goed recht. De impact van de kinderopvangtoeslagenaffaire heeft diepe sporen nagelaten, allereerst in het leven van de slachtoffers maar daarnaast ook breder in de maatschappij als geheel en in het vertrouwen in de overheid. En waar onderzoek op een dergelijk schandaal bijzonder relevant is voor slachtoffers en samenleving, lijken we als samenleving nog niet bezig met de meer fundamentele vraag: hoe voorkomen we dat een dergelijk schandaal überhaupt ontstaat? Want het kan ook anders: impactdenken vooraf!

De commissie heeft – door middel van onder ander de net afgeronde 41 diepgravende interviews – nu de taak antwoord te geven op twee vragen:

  1. Hoe kan worden verklaard dat de wijze waarop de overheid fraude bestrijdt, heeft geleid tot tekortschietende dienstverlening aan en rechtsbescherming van burgers?
  2. Welke rol hadden betrokken actoren bij de totstandkoming en uitvoering van dit fraudebeleid en welke lessen kunnen worden getrokken, opdat iedereen kan vertrouwen op een rechtvaardige behandeling door de overheid?

Belangrijke vragen waarvan we alleen maar kunnen hopen dat de antwoorden ook leiden tot verbetering, of zelfs verandering… Maar zelfs in dat meest ideale uitgangspunt, blijven we zitten met het probleem:

Hoe vóórkomen we dat dergelijk beleid überhaupt tot stand komt?

De afgelopen jaren zitten we als Nederlandse samenleving vast in een vicieuze cirkel van media-aandacht, schandalen, enquêtecommissie en rapporten. We zijn dol geworden op het evalueren van wat er is gebeurd, waar het is misgegaan, en wie daar schuld aan had. Maar waar is de aandacht aan de voorkant? Van topambtenaren én politici mag je verwachten dat zij ook in staat zijn een beetje afstand te nemen van de heksenketel van oneliners, alledaagse verontwaardiging, lobby en ideeën ballonnetjes. Impact bekijk je – onze voorkeur- niet achteraf; impact denk je aan de voorkant uit. Doe je dat niet, dan ga je sturen op iets dat op zijn best suboptimaal is.

Hadden we de vragen van de commissie eigenlijk destijds al kunnen beantwoorden?

Aan de voorkant nadenken over impact is heel simpel, vaak eenvoudiger zelfs dan impactmeten achteraf. Het start met het uitdenken van de beoogde verandering. Vervolgens kijk je hoe aannemelijk het is dat deze theorie ook de waarheid is: Welke bewijzen zijn er al voor? Welke informatie heb je eventueel nog nodig om te weten of het werkt? En vooral, welke aannames heb je gedaan?

Henk Kamp had hier overduidelijk geen zin in: "Moet ik nou uitleggen dat hogere boetes leiden tot betere naleving? Ik begrijp niet goed dat ik dat moet uitleggen.“ aldus Henk Kamp (VVD, Sociale Zaken).

Maar een uitleg over hoe hogere boetes volgens Henk Kamp dan leiden tot betere naleving, is wel heel handig. Dan kun je de logica uiteenzetten. Misschien wel iets zoals:  

Hoe logisch iets ook klinkt, dat maakt het niet waar. Hoe aannemelijk was deze gedachtegang – ook toentertijd – op basis van de aanwezige feiten? Nou, niet zo aannemelijk. Zo was destijds al bekend dat circa 95% van de mensen zich aan de regels hield, dus met die grote groep fraudeurs viel het wel mee. Er was geen bewijs dat hogere boetes instellen zou leiden tot minder fraude. Ook dat fraude in uitkeringen en toeslagen ‘intentioneel’ zou zijn, is een laakbaar denkbeeld. 1/3e van alle Nederlanders vindt teksten en informatie van de overheid lastig te begrijpen. 1 op de 6 mensen is zelfs laaggeletterd, waarvan zo’n 30% niet goed kan omgaan met een computer. Ook de data van toen spraken al tegen de aanname dat ’als je niet de juiste informatie verstrekt, dan ben je een fraudeur’.  

Daarnaast ging de gedachtegang uit van een toename aan inkomsten uit vorderingen uit fraude. Ook op die logica is veel aan te merken. Vooral armere en meer kwetsbare burgers ontvangen toeslagen en uitkeringen. Om in aanmerking te komen voor uitkeringen is veelal het hebben van vermogen begrensd. Een burger die 3 maanden geen bijstand ontvangt of hoge boetes krijgt, belandt in de schulden. De kans dat dergelijke bedragen aan vorderingen bij deze al-dan-niet fraudeurs te halen zouden zijn, kon ook bij voorbaat al gesteld worden op ‘erg onwaarschijnlijk’. Toch zijn er heel concrete financiële doelstellingen gesteld voor het op te halen geld. Op deze doelstellingen wordt gestuurd en leidt daarmee tot acties, waaronder het desastreuze algoritme bij de Belastingdienst. Daarover hebben we al eerder geschreven, zie ‘Verpletterd door algoritmes’.

Jaren na dato is oud-minister Kamp nog steeds overtuigd van deze logica. De cijfers deden er niet toe. De experts en senior beleidsadviseurs op zijn departement deden er niet toe. Hij vindt het “logisch” dat hij ook rekening moest houden met "gevoelens vanuit de samenleving". Veel mensen, waaronder Henk Kamp zelf, waren ervan overtuigd dat er veel meer werd gesjoemeld, of dat nu berustte op de realiteit of niet.

Wat wordt het volgende schandaal?

Maar het fraudebeleid is geen unicum. Te vaak lijkt beleid gestoeld op dergelijke logica’s. Gevoelens in de samenleving of misschien zelfs het stokpaardje, het wensdenken of het (mens) beeld van een politicus of een groep politici of sterke lobby vanuit een eenzijdig belang. En vooral veel aannames over ‘de werkelijkheid’, het is meer een “meningenfestival”. Een prachtig woord dat 5 oktober jl. door prof dr ir Jan Rotmans in Vandaag Inside werd gebruikt voor uitingen in dit populaire tv-programma t.a.v. klimaatverandering en biodiversiteitsreductie. Maar de aannames over de werkelijkheid, leiden in het geval van politici tot echt beleid met echte gevolgen, die vooraf met impact denken voorzien hadden kunnen worden. Vaak kan op de reeds bekende feiten best een inschatting van aannemelijkheid worden gedaan.

In beleid, wetgeving, overheidsprogramma’s en – op dit moment erg actueel (!) – programma’s van politieke partijen, lijkt nadenken over de impact te ontbreken. Het financieel níet laten doorrekenen van het verkiezingsprogramma wordt steeds meer gemeengoed. Maatschappelijke effecten aan de voorkant laten voorspellen heeft nooit op tafel gelegen. Waarom eigenlijk niet?

Een regeerakkoord wordt getoetst op financiën zo lijkt het, maar waarom wordt het niet -ook!- getoetst op sociaal-maatschappelijke en ecologische effecten? De tendens lijkt tegenwoordig: roeptoeteren dat iets zo is, vaak opgestookt door ongekende media-aandacht voor een specifiek voorval, daarop beleid of wetgeving voorstellen die dit moet voorkomen, en elkaar jaren later weer tegenkomen bij de enquêtecommissie over falend beleid.

Het is maar de vraag welk beleid of wetgeving het volgende schandaal gaat opleveren. Dat wordt lastig kiezen. Ik zet in op glyfosaat of toch migratie? Migratie met als startpunt het net gelanceerde boek van professor De Haas waarover De Correspondent stelt “De Haas gaat er met een (wetenschappelijk onderbouwd) gestrekt been in: zijn boek is een frontale aanval op zowel politici als journalisten. Volgens hem presenteren zij dagelijks een vals beeld van de werkelijkheid. In het beste geval uit slordigheid en uit nalatigheid. In het ergste geval willens en wetens, met regelrechte leugens en propaganda.”

* NB. Hierbij bieden we de commissie de mogelijkheid om samen met ons vanuit impactdenken een verandertheorie (Theory of Change) op te stellen als onderdeel van het uiteindelijke rapport. De basis daarvoor hebben we al gelegd.

Bronnen:

Note: De visual ‘Impact We Trust’ komt uit de spoken words gemaakt voor Impact Centre Erasmus. De spoken words zijn hier te zien en beluisteren.

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen